Noodslachting

De regels rondom noodslachtingen zijn vaak niet helemaal bekend of worden niet goed begrepen. Hierdoor ontstaan in de praktijk soms situaties die niet wenselijk zijn voor veehouder, dierenarts en voor de consument. Vanuit de controlerende instanties wordt aangegeven dat er rondom de noodslachting nog teveel mis gaat. Dit heeft afkeuringen op het slachthuis tot gevolg, maar leidt regelmatig ook tot boetes voor veehouder en dierenarts.  We moeten voorkomen dat er dieren in de voedselketen komen die niet voor consumptie geschikt zijn. Het is belangrijk dat veehouder en dierenarts hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Daarom willen we de regels omtrent de noodslacht nog een keer goed op een rij zetten en toelichten.

Noodslacht is toegestaan bij dieren die een acuut ongeval hebben gehad door een externe oorzaak en als gevolg hiervan niet vervoerd mogen of kunnen worden. Ongevallen zijn bijvoorbeeld acute bloedingen rond het afkalven, gebroken poten en dergelijke. De noodslacht mag tot maximaal 3 x 24 uur na het ongeval worden uitgesteld om dieren een kans op herstel te bieden. Het dier moet los van het ongeval verder gezond zijn, dus er mogen geen ontstekingen in het lichaam aanwezig zijn. Het dier mag verder geen koorts hebben (een temperatuur boven de 39,0˚C wijst in principe la op koorts). Er mogen geen medicijnen met wachttijd aanwezig zijn in het dier.

Klik hier voor meer achtergrondinformatie over de regels omtrent de noodslacht. Mochten er vragen zijn over de noodslacht kan u altijd contact opnemen met de praktijk of een van de dierenartsen.

 

Nieuwsbrief herkauwerspraktijk de Overlaet, oktober 2017, GB