SCHAAP: Ontwikkeling resistentie Maag-Darm-Wormen

Haemonchus contortus, beter bekend als de rode lebmaagworm, zorgt ook dit jaar voor heel wat problemen bij schapen. Wij kregen de laatste weken meer meldingen binnen van ziekte en zelfs sterfte bij schapen ten gevolge van besmetting met deze wormsoort, ondanks behandeling met een wormmiddel. De sterfte vindt zowel bij oude dieren als lammeren plaats.

De rode lebmaagworm is een wormsoort die leeft in de lebmaag van lammeren en volwassen schapen. Omdat de volwassen wormen bloed zuigen, kunnen de schapen bij een massale infectie last krijgen van bloedarmoede. Dit kan leiden tot ziekte en in erge gevallen zelfs plotse sterfte tot in de weide. In tegenstelling tot de meeste wormsoorten veroorzaakt Haemonchus géén diarree, waardoor problemen vaak (te) laat worden opgemerkt.

Infecties met Haemonchus vinden, afhankelijk van de weersomstandigheden, plaats vanaf juni tot in het najaar. Het is dan ook raadzaam om in deze periode uw dieren regelmatig te controleren op bloedarmoede. Dit kan door te kijken naar de slijmvliezen in het oog: deze horen mooi roze te zijn, maar in geval van bloedarmoede worden ze lichter tot zelfs wit van kleur.schaap1

Door het natte weer van de voorbije weken kunnen Haemonchus-eitjes op de weide zich razendsnel ontwikkelen tot larven, die door lammeren en volwassen schapen tijdens het grazen worden opgenomen. Voorzichtigheid is dus momenteel zeker geboden!
De diagnose Haemonchus kan bevestigd worden door middel van een mestonderzoek. Wanneer er sprake is van een hoog aantal eitjes in de mest in combinatie met bloedarmoede moet er actie ondernomen worden.

Deze zomer wordt er meer resistentie geconstateerd tegen Ivermectine-producten als Ivomec, Noromectine, Cydectin en Dectomax. Laat daarom 1 x per jaar de werking van het gebruikte ontwormingsmiddel controleren. Dit kan 10 tot 14 dagen na het ontwormen. Op dat moment horen er geen wormeitjes in de mest te zitten. Is dit wel het geval dan wordt het tijd om op een andere strategie over te gaan.

Herkauwerspraktijk de Overlaet, september 2014, Wiel van den Ekker