Wim en Theo (zoon) van Dinther strijden voor hun roodbonte MRIJ-koeien foto Koen Verheijden
Oude Nederlandse runderrassen worden bedreigd door nieuwe mestregels die zijn bedoeld om de melkveestapel in te dammen. Boeren met vleesvee, natuurbegrazers en ‘dubbeldoelkoeien’ stappen naar de rechter.
Het is code rood voor onze oud-Hollandse koeienrassen
Geert Boink, voorzitter Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Wat de oorspronkelijke Nederlandse koe gemeen heeft met de reuzenpanda? Ze worden allebei bedreigd. Van sommige Nederlandse koeienrassen zijn zelfs nog minder exemplaren over dan panda’s. Als gevolg van het mestoverschot kachelen de aantallen nog verder achteruit, blijkt uit de nieuwste tellingen. Zo zijn er nog maar zo’n 2.000 Lakenvelders over, 1.650 Blaarkoppen en slechts 340 exemplaren van het Roodbont Friesvee.
De Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) maakt zich grote zorgen. Onder de noemer ‘Red de polderpanda’ heeft de stichting een campagne opgezet om geld op te halen voor de juridische strijd die een groep veehouders aanspant.
Boeten
Wat is er aan de hand? Vorig jaar gold voor koeien van zeldzame rassen nog een uitzondering, maar sinds januari vallen ze net als melkkoeien onder de nieuwe fosfaatwetgeving. De eigenaren van zulke zoog- en weidekoeien vinden het onterecht dat zij moeten ‘boeten’ voor het mestoverschot dat reguliere melkveehouders hebben veroorzaakt.
De nieuwe fosfaatregels raken hen onevenredig hard, stellen ze. Hun oud-Hollandse koeien geven veel minder melk dan de op melkproductie doorgefokte Holsteiners. Een derde zou nu noodgedwongen overwegen dieren te slachten, verkopen of kruisen met productievere soorten, blijkt uit een enquête van SZH.
Dat zou een aderlating zijn, want nog maar zo’n 0,25 procent van de Nederlandse melkveestapel bestaat uit oude rassen, verklaart voorzitter Geert Boink van SZH. ,,Die zijn sinds de jaren 80 verdrongen door de Holstein-Friesian.”
Dubbeldoelkoe
Onze koeien brengen wat minder melk in de tank, maar daar staat zoveel goeds tegenover
Wim van Dinther, melkveehouder uit Oss
Boer Wim van Dinther kreeg onlangs van Rabobank het advies om zijn Maas-Rijn-IJssel (MRIJ)-koeien te vervangen door die hoogproductieve zwart-witte koeien. Een grotere belediging was voor de man uit Oss nauwelijks denkbaar. Als fokker is hij erg begaan met het MRIJ, een zogenoemde dubbeldoelkoe die wordt gehouden voor haar melk én vlees. Van het ras dat tot de jaren 80 de Nederlandse weilanden domineerde, zijn nu minder dan 11.000 dieren over. En dan zou Van Dinther zijn prachtige roodbonte dieren moeten inwisselen voor die zwart-witte melkmachines, met amper vlees op de botten?
Hij wordt nog kwaad als hij aan het gesprek terugdenkt. ,,Onze koeien brengen wat minder melk in de tank, maar daar staat zoveel goeds tegenover. Ze kunnen tegen een stootje, de dierenarts komt hier bijna nooit over de vloer. Ze hebben minder krachtvoer nodig, produceren minder fosfaat. Ze zijn gezonder, worden op hun sloffen twaalf, dertien jaar oud. Er zijn er bij die tien keer kalveren. En als ze naar de slacht gaan, hou je er ook nog eens een goed stuk vlees aan over. En dat zouden we nu allemaal de nek om moeten draaien? Dat doet ongelooflijk zeer.”
Juist vanwege zulke eigenschappen is het cruciaal om oorspronkelijke rassen zoals het Maas-Rijn-IJssel-rund te beschermen, zegt Sipke-Joost Hiemstra, directeur van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland van Wageningen Universiteit. ,,We hebben ze nodig om de genetische diversiteit in stand te houden. Want de Holsteiner geeft weliswaar meer melk, maar is ook kwetsbaarder. In extensieve houderijsystemen en bij minder goede omstandigheden doen de oude rassen het juist goed. Die kun je ook met Holsteiners kruisen.”
Geen ruimte
Theo en Wim van Dinther kregen het advies om hun MRIJ-koeien maar in te wisselen voor Holsteiners, die meer melk geven
Minister Carola Schouten van Landbouw heeft duidelijk gemaakt dat de nieuwe fosfaatwetgeving geen ruimte laat voor uitzonderingen. Voor de bescherming van zeldzame rassen bestaat wel een Europese subsidiepot, maar daar heeft Nederland nog geen beroep op gedaan. Tot ontsteltenis van de getroffen boeren en de Stichting Zeldzame Huisdierrassen, die naar de rechter te stappen. ,,Het is code rood”, zegt Boink.
Nederland heeft de internationale plicht zijn oorspronkelijke rassen te beschermen. De nieuwe regels vormen juist een bedreiging, ziet ook onderzoeker Hiemstra. ,,Het stuurt boeren naar een hogere melkproductie per koe. Veehouders moeten hun veestapel inkrimpen. Sommige houders van zeldzame rassen zitten nu echt in de knel.” Ook het Nederlandse landschap zal eronder lijden. ,,Denk aan die mooie roodbonte koeien op schilderijen van de Hollandse meesters. Ze maken deel uit van ons levend erfgoed.”
Meeste rassen ‘at risk’
De meeste oorspronkelijk Nederlandse rundderrassen is ‘at risk’ volgens de normen van de Landbouw- en Voedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Bij minder dan 6.000 vrouwelijke fokdieren is het ras ‘kwetsbaar’, bij minder dan 3.000 ‘bedreigd’ en bij minder dan 300 ‘kritiek’.
Per 1 januari zijn fosfaatrechten ingevoerd voor alle bedrijven met koeien die melk produceren. Die gelden ook voor zoogkoeien (waaruit kalveren worden gefokt voor vlees). Deze dieren lopen vaak in kuddes in natuurgebieden. Kalveren drinken bij de koe, de melk wordt niet verkocht.
Voor elke koe die een boer méér heeft dan op de peildatum 2 juli 2015 moet hij fosfaatrechten kopen. Dat kost al gauw 8.000 euro per koe.
De zeldzame roodbonte Maas-Rijn-IJsselkoeien staan veilig op stal bij boer Wim van Dinther en zijn zoon Theo. ,,Er zit zoveel goeds in deze dieren.”
AD, 15 februari 2018, Annemieke van Dongen